Kunstkwesties
  • home
  • over
  • blog
  • beeld
  • contact

Een stukje papier en een steen.

3/5/2017

 
Goede Hoop?
Het stukje papier hierboven is een aankoopcontract. Het is een overeenkomst met lakzegel van de VOC en handtekeningen van de Khoikhoi waarmee de koop van de Kaap in 1672 werd bevestigd. Voor de Nederlanders daar betekende het contract veel. Voor de Khoikhoi niets. Zij geloofden niet in bezit van water, land en lucht en het papiertje zei hen dan ook niks. 
Op de rechterfoto een rotstekening van de San, een andere stam in Zuid-Afrika. De tekening laat zien hoe zij naar de Nederlanders keken. Een boer in een kiel en een boerin in een jurk met de handen in de zij. Voor de San zo atypisch dat ze het optekenden. Het moet voor hen op zijn zachts gezegd heel vreemd geweest zijn.
Hoe werkt dat? Wat gebeurt er als er in een land sub Sahara ineens een vreemd, Noord Europees volk komt wonen? De Nederlanders (die de Khoikhoi met een scheldwoord Hottentotten, 'stotteraars' noemden) kwamen in 1652 met kralen en tabak, namen al snel de boel over en bezegelden hun dominantie dus met een koopcontract. Eén simpel A4-tje met wat (afgedwongen) handtekeningen van een volk dat geen weet heeft van de implicaties ervan, althans er een geheel andere interpretatie op na houdt. Dat moet - ook destijds - overduidelijk geweest zijn. Sterk staaltje ondernemerschap. Maar niet één om trots op te zijn.
Geschiedenis wordt altijd gevoeld
Dit zijn slechts twee voorwerpen uit de tentoonstelling Goede Hoop. Zuid-Afrika en Nederland vanaf 1600, in het Rijksmuseum. Twee voorwerpen die niet loslaten. Het is een intense tentoonstelling, een pijnlijke geschiedenis, met een nog steeds actueel verhaal. Alleen al omdat geschiedenis niet is uit te wissen en altijd gevoeld wordt. Er valt heel veel over te zeggen maar dat moet iedereen maar voor zichzelf doen. Ga er heen en houd je er mee bezig. Kan geen kwaad, in deze tijd waarin we elkaar snel de maat nemen en oordelen. Van Riebeeck's kilometers lange tuinhaag om de Khoikhoi van 'zijn' terrein te houden of de ideeën van vrijburgers die na hun dienstverband bij de VOC fantaseerden over het graven van een lang kanaal om de punt van de Kaap af te scheiden van de zwarte bevolking,* doen denken aan... Nu ja, vul zelf maar in
De tentoonstelling laat nog veel meer en ook heel veel verschillende dingen zien. Van sinaasappeldozen met daarop protestleuzen en een park-bankje met opschrift Net Blankes / Whites Only. Van foto's van Pieter Hugo (born frees) tot de Gouden Bal van Ruud Gullit en werk van Marlene Dumas. Én het complete giraffe-skelet dat Robert Jacob Gordon destijds naar stadhouder Willem V zond.
Deze Gordon was een Nederlandse expeditie-reiziger die in de 18e eeuw Zuid-Afrika nauwgezet in kaart bracht. Flora, fauna en haar bewoners. Hij tekende alles was hij zag en beschreef het in zijn dagboeken. Het museum toont een groot aantal van zijn tekeningen (waaronder een 8 meter lang panorama) en ter gelegenheid van de tentoonstelling zijn alle tekeningen, brieven en dagboeken digitaal ontsloten op www.robertjacobgordon.nl. Dat betekent kijken, lezen, grasduinen. En Gordons kaarten blijken, gelegd naast Google Maps, bijzonder nauwkeurig. Check zelf maar.
Noudat slapende honde
Nogmaals, een tentoonstelling die stemt tot nadenken en niet bang is voor vraagtekens. Bij de voorbezichtiging droeg Afrika-kenner Adriaan van Dis een gedicht voor van de Zuid-Afrikaanse Ronelda Kamfer (1981, Kaapstad), uit haar eerste bundel Noudat slapende honde (2008). De gedichten in die bundel gaan over het (/haar) dagelijks leven op de Kaapse vlakte. We willen hier afsluiten met een paar regels uit één van haar gedichten maar kunnen niet kiezen. Dan maar 'gewoon' de eerste regels uit het eerste gedicht: 
Waar ek staan

Nou sit ek om 'n tafel
met my voorvaders se vyande
Ek knik en groet bedagsaam
maar
êrens diep binne my
​weet ek waar ek staan
​...//...


***
​
Voor de rest van dit gedicht en andere gedichten, lees de bundel. Waardevol en welbesteed. Beloofd.

* Van Dis in de proloog van het boek Goede Hoop dat bij deze tentoonstelling verscheen. 
En nog een laatste noot: bij de tentoonstelling is een interessante randprogrammering samengesteld die vragen en confrontaties aangaat, zoals een symposium, lezingen en gesprekken met Van Dis (die overigens ook de audio-tour heeft verzorgd), zie www.rijksmuseum.nl. En vanaf eind maart is er op NPO2 de documentaireserie Goede Hoop (met Hans Goedkoop) en een jeugdserie over dit onderwerp door en bij Het Klokhuis. Voor in de agenda.
Delen

Journey happy.

11/20/2016

 
Niet de kus maar het proces.
​Wees gerust. We gaan het niet hebben over de Kus of de Denker. Die laatste is er ook wel te zien maar het is niet waar de gisteren in het Groninger Museum geopende tentoonstelling Rodin - Genius at Work om draait. Die behandelt namelijk niet de onderwerpen van de verschillende sculpturen van Rodin - de eindproducten zogezegd - maar onthult vooral zijn werkproces.  
​En dan hebben we het over zowel het creatieve proces van het tekenen en boetseren als het uiteindelijk praktische deel van het proces – de vertaling van het beeld van klei naar gips, naar brons of naar marmer. Beide onderwerpen komen uitgebreid aan bod in een tentoonstelling waar we overigens niet alleen maar ‘oude bekenden’ zien maar ook nog meer experimenteel werk van de kunstenaar. Werk dat hij doorgaans niet naar buiten bracht maar voor zichzelf hield.
​Rodins creatieve proces begint bij het model. De kunstenaar, die een hekel had aan de verstilde academische poses, liet zijn modellen natuurlijke houdingen aannemen, wier poses hij dan vastlegde op papier of meteen in klei (mooie tekeningen in de tentoonstelling!). Telkens werkend vanuit het profiel. Het model in goed licht, het profiel scherp afstekend tegen de achtergrond. 
De zaken werden niet mooier voorgeschoteld dan zij waren: niet alleen de pose moest natuurlijk ogen, ook de persoon zelf werd niet mooier gemaakt dan hij of zij was. ‘Iedereen is mooi want levend.’ Deze profiel-methode gecombineerd met zijn idee over beweging en schoonheid resulteert in sculpturen die een grote dynamiek in zich dragen en die ook nu nog, raken en ‘bij de tijd’ zijn. Een mooi voorbeeld daarvan zie je hierboven (foto 3) of Iris, in de tentoonstelling in klein formaat aan de wand, in het Musée Rodin te Parijs (zijn voormalig atelier, foto hiernaast) in groter formaat op een sokkel. ​
Foto
​Maar dat wat ons nu juist interesseert, leverde hem destijds grote kritiek op. Men had problemen met zijn ‘overdreven naturalisme’ en kon aanvankelijk ook maar moeilijk geloven dat hij dat ‘natuurlijke’ zo zelf kon vormgeven, zonder te kopiëren. Zo werd hij ervan beschuldigd Het Bronzen Tijdperk (zijn eerste publiekelijk geëxposeerde werk) niet in klei te hebben gemodelleerd maar door een afgietsel van een afgietsel te hebben gemaakt. Rodin heeft zich heel wat moeite moeten getroosten om zijn criticasters de mond te snoeren en hen te overtuigen van het tegendeel. Uiteindelijk hielpen hierbij de foto’s die hij van het model, een Belgische soldaat, had laten maken.
​Het museum laat haar toegevoegde waarde als venue bij deze reizende tentoonstelling zien door vijf versies van dit werk (beneden, linkerfoto) bij elkaar te zetten. Vier ervan zijn gegoten en afgewerkt bij leven van Rodin, de vijfde een paar jaar na zijn dood. Door ze naast elkaar te zetten, zijn ze goed te vergelijken en wordt ook meteen het thema aangezet naar het praktische deel van het werkproces, in dit geval het bronsgieten en het afwerken en patineren van die beelden. Voor de liefhebber, klik hier voor een filmpje over dit procedé waarbij De Drie Schaduwen (ook in de tentoonstelling) in brons wordt gegoten.
​Dat praktische deel is minstens zo interessant. Zo rond 1900 werkte Rodin op wel zes verschillende plaatsen in Parijs en had hij ongeveer 50 mensen die voor hem werkten. Modellen, gipsgieters, bronsgieters, modelmakers, assistenten, marmerwerkers, persers, uitvoerders, ornamentisten, vergroters en manusjes van alles. In feite een onderneming waar Rodin als directeur-grootaandeelhouder de scepter zwaaide. Hij zat er kennelijk flink bovenop want in de tentoonstelling kunnen we door alle vergelijkingen goed zien hoe Rodins beginpunt, zijn oorspronkelijke creatie, nauwkeurig vertaald werd naar een vergroting of naar andere materialen als gips of brons.
​Bij de werken in marmer ligt dat net iets anders. Bekend is dat Rodin zijn beelden niet zelf houwde en dat er een klein leger aan assistenten bij dit proces was betrokken. Iemand die de vormen van het model overzette naar steen, een mannetje voor het uitkappen van de beginvormen en de houwer - vaak zelf ook een kunstenaar die moest bijverdienen - die de steen verder uitwerkte op basis van het model en naar aanwijzingen van de grote meester zelf.  Het doet de vraag oproepen of en zo ja, hoe groot de creatieve inbreng van zijn medewerkers was. Wat is de hand van de meester en wat is de hand van zijn werkplaats?
En dat brengt je, als je voor zo'n beeld staat, tot de vraag: waar kijk ik eigenlijk naar?
Daarop doordenkend, het Musée Rodin heeft bijna alle originele modellen of mallen nog, en af en toe wordt er een beeld bijgeproduceerd en verkocht. Onlangs nog een exemplaar van Poorten van de Hel aan Mexico. Een goede inkomstenbron maar tot hoever ga je door en waar kijk je bij een anno 2016 gegoten beeld van Rodin eigenlijk naar? En in de museumwinkel kan je een eigen Rodin kopen, voor nog geen 40 euro. Wat heb je dan? Het raakt een eerdere discussie die we opwierpen bij het bespreken van de nieuwe Rembrandt (die overigens ook een groot atelier met leerlingen tot zijn beschikking had).
Foto
​Enfin, het zijn mooie vragen die deze tentoonstelling oproept en ook laat zij het werkprocédé op een inzichtelijke manier zien: De materialen, Rodins methode én zijn visie dat een werk nooit af is. Modellen werden bewaard, gefragmenteerd, onderdelen opnieuw samengesteld, et cetera. We zien dat zijn atelier in feite een grote legodoos was met overal losse onderdelen en sculpturen die dan weer alleen dan weer samengevoegd werden. Bij Rodin was er geen vooraf bepaald, vast eindstation. Hij bleef altijd met de voor handen zijnde modellen en elementen werken en er aan sleutelen. Zijn werken bleven voor hem onderdeel van een proces waarbij niets vaststaat of onveranderlijk is. 
​Procesgericht in plaats van resultaatgericht? Misschien wel. Duidelijk wordt in elk geval dat Rodin zeker heel veel waarde hechtte aan dat proces zonder eindstation. Waarmee hij eerder journey happy was dan destination happy.
En als jij dat nou ook bent, dan is er niets meer wat jou er van weerhoudt om naar het hoge noorden af te reizen. Zover is Groningen niet. Hup in de trein, krantje erbij en zie het landschap verglijden. Journey happy. En na het zien van de tentoonstelling misschien ook nog eens destination happy.
***
Rodin - Genius at Work, Groninger Museum.
​Van 19 november 2016 t/m 30 april 2017.
Delen

Een zwemband die niet blijft drijven.

10/15/2016

 
Maak je stem relevant. #safepassage
Dit stukje gaat over Ai Weiwei en zijn tentoonstelling #safepassage in het Foam (Fotografiemuseum Amsterdam). Maar het wil daarmee niet de zoveelste tentoonstellingsrecensie zijn. Het gaat nu eigenlijk over iets anders. Over kunst en politiek en over je stem relevant maken.
Ai Weiwei (1957) is kunstenaar en politiek activist ineen. In zijn werk schuwt hij de confrontatie niet. Vragen oproepen, ziet hij als zijn hoofdtaak. “Ik maak mijn werk zodat anderen er kritiek op kunnen leveren. Ik ben erg tevreden met die kritiek”, zei Weiwei onlangs in het televisieprogramma College Tour. Vragen oproepen, dat betekent urgentie leggen in wat je doet. Zonder urgentie, of relevantie heb je niets. Dan ben je gewoon iemand die misschien mooie tekeningen maakt maar in elk geval geen goede kunstenaar, aldus Weiwei. Een goede kunstenaar is volgens hem diegene die zijn stem verheft, zich uitspreekt en de mensen een andere blik op de wereld biedt. Spreek je uit én beargumenteer. Publiekelijk, bedoeld voor een openbare discussie. Maak je stem relevant.
​Voor Weiwei zit die relevantie (bijna) altijd in het politieke. Niet alleen werk en leven is één maar ook kunst en politiek. Het loopt in elkaar over en is met elkaar verweven. Het heeft hem 81 dagen eenzame opsluiting opgeleverd en tot op de dag van vandaag, voortdurend toezicht. Maar dat stopt hem dus niet. Nadat hij vorig jaar eindelijk zijn paspoort terugkreeg, is hij meteen aan het reizen geslagen. Naar de vluchtelingenkampen rond de Middellandse zee om daar met eigen ogen de tragische omstandigheden te zien en vast te leggen. Want niet alleen werk en leven, kunst en politiek zijn één maar ook de hele wereld is één. “Europa en China, dat is dezelfde conditie”, zei hij in hetzelfde programma. De wereld houdt niet op bij je eigen land. Wat elders in de wereld gebeurt, moet je je aantrekken. 
​Dus voor Ai Weiwei is kunst heel vaak politiek. Maar niet alle uitgebeelde politieke, activistische statements zijn altijd meteen ook kunst. Ergens daar in het midden verschuift het van het één naar het ander. Toen ik een paar jaar geleden in Berlijn als onderdeel van een expositie mensen van de occupy-beweging (ken je het nog?) in hangmatten zag slapen, had dat naar mijn idee weinig met kunst te maken. Volgens mij had niemand daar een art performance bij in zijn hoofd. Nee, dat was puur politiek. 
​Hoe zit het dan met snapshot-foto’s van wereldproblematiek, gemaakt met je mobieltje? Is dat een puur politiek statement? Wanneer wordt dat kunst en wanneer blijft het bij kiekjes? 
​Die vragen lieten mij niet los toen ik over de tentoonstelling las. Ik was sceptisch, of beter kritisch – want dat moeten we dus zijn. En daarom ging ik zelf naar het Foam, kijken of ik er iets meer grip op kon krijgen. Een helder antwoord zit er niet in want er is geen scheidslijn, geen omslagpunt en er zijn geen vaste regels. Maar zijn die iphone foto’s van Weiwei nou kunst of zijn het gewoon (heel veel) foto’s van, kort gezegd, een betrokken wereldburger?
Foto
​In het Foam toont de eerste zaal foto’s van Weiwei waarop hij de mensen die hém nog altijd in de gaten houden, fotografeert. Het is in feite de surveillant die wordt gesurveilleerd. Een sterk statement dat nog sterker wordt wanneer je de beveiligingscamera’s van het museum ziet hangen. Het museum surveilleert de bezoeker die surveilleert hoe Weiwei zijn surveillanten surveilleert. Het droste-cacao effect noemen ze dat toch?
​De volgende twee zalen laten duizenden iphone-foto’s zien die Ai Weiwei maakte op Lesbos en in de vluchtelingenkampen rond de Middellandse zee en daarbuiten. Van een statistisch probleem met overweldigende schaal waarin het gevaar schuilt dat alles verwordt tot cijfers, geeft hij hiermee de mensen om wie het gaat een gezicht. En daarom zijn het 16.000 foto’s. Maar het hadden er ook 160.000 kunnen zijn. Of 16 miljoen. Dat is om het even. Weiwei legt gezichten in die overweldigende schaal.
​In die zalen, die letterlijk behangen zijn met de foto’s, liggen in het midden op de vloer reddingsbanden van marmer. Weiwei werkt vaker met marmer. Om de eeuwenoude ambacht van het bewerken van deze steensoort te zetten tegenover de boodschap die hij met het werk wil overbrengen. En tegelijkertijd brengt hij met het marmer ook een tegenstelling aan tussen het onderwerp dat wordt verbeeld en het materiaal waarmee dit vorm wordt gegeven. Hier werkt dat op verschillende manieren. Als eerste is er de tegenstelling tussen de eigenschappen: zacht, dof, meebuigend (van de zwemband) tegenover hard, glanzend, inflexibel (van het marmer). En er is – als tweede – een tegenstelling tussen de associaties: de zwemband heeft de associatie met ‘gered moeten worden’ en het marmer heeft de associatie met luxe. En een zwemband van marmer drijft niet, zinkt meteen naar de bodem. Waarmee Weiwei ook het verhaal verbeeldt van de talloze mensen die het niet hebben gered en in een groter geheel, hoe die zwembanden daarmee symbool staan voor de symptoombestrijding. Met zwembanden uitdelen, wordt de problematiek niet opgelost. 
​Het vormt bij elkaar een schrijnend, indringend geheel wat mij deed bedenken dat het antwoord op de vraag waarmee ik naar binnen ging, misschien niet zo relevant is. Ik kwam naar buiten en deze meneer had vragen bij mij opgeroepen en mij aan het denken gezet. Op weer een nieuwe manier. Naast de stukken die je in de krant leest of de beelden die je op het journaal ziet heeft Ai Weiwei op zijn manier de vluchtelingenproblematiek aan de orde gesteld en ons als bezoeker een nieuwe blik geboden.
​Het leidt tot de slotsom dat de vraag zelf soms relevanter kan zijn dan het antwoord er op. En dan komen we weer uit bij het begin. Goede kunst roept vragen op. 
​En Ai Weiwei houdt scherp. Toch een beetje een recensie…
***
Foto
#safepassage. Met een hashtag als verwijzing naar Weiwei's gebruik van social media als platform voor zijn ideeën, communicatie en informatie-uitwisseling. Ai Weiwei is te volgen via @aiww (twitter), Ai Weiwei Camps (facebook), aiww (instagram).

Tot en met 7 december bij Foam Fotografiemuseum Amsterdam. 

Delen

Schoonheid naast het bushokje.

9/18/2016

 
Kunst zonder (fysieke) drempel.
Iedereen is terug van vakantie en de zomer nadert haar einde. Op de valreep van haar loopduur bezochten we onlangs toch nog het kunstenfestival in Watou (België), een klein dorpje op de grens met Frankrijk. Daar wordt sinds de jaren tachtig elke zomer beeldende kunst en poëzie aan haar publiek getoond. In stallen, huisjes, kelders en kerk. Op straat en in het weiland. Je koopt een ticket en gaat vervolgens op verkenning in het dorp. Het voelt een beetje als een speurtocht waarbij je telkens weer voor verrassingen komt te staan. Vaak aangename.
​Het thema van dit jaar was De kracht van mededogen, een onderwerp dat wij ook eerder op het blog aansneden. In Watou werd het publiek gevraagd de kunstenaars 'met mededogen te ontdekken' en ook elkaar met mededogen te bezien. 'Menselijk fatsoen vertrekt vanuit mededogen. We moeten daarom genereuzer naar de wereld kijken. ...//... De wereld is van iedereen. Andere mensen doen ons groeien en veranderen. Empathie verbindt ons met elkaar.'
​Installaties, film, interactie, poëzie waar in een houten hoorn naar geluisterd kan worden of waarvan de woorden pas zichtbaar worden na te zijn begieterd met water, er komt veel aan bod. En het mooie is, dat het zo laagdrempelig is. Een enkele keer een fysieke drempel van een staldeur maar vaak geheel drempelloos het weiland in of de straat op. Een eventuele mentale drempel om naar binnen te gaan valt op deze manier ook wel heel makkelijk weg. Laat natuurlijk onverlet dat bij sommige werken alsnog wel een drempel bestaat als je het hebt over het 'begrijpen'  van dat werk. Maar goed, dat is inherent aan kunst en daar ontkom je niet altijd aan. Maar verder, hier in Watou rommel je een beetje aan met de gieter, luier je op je gemak in de hoorn en in de hoeve ga je er eens rustig voor zitten. Je doet aan pick&choose, kiest uit wat je aanspreekt en waar je niet naar binnen wilt, sla je over. 
​En dan ineens, komt er iets voorbij dat inslaat.  Een moment waarop alles even stil staat. Niet eens omdat je overdonderd bent door het beste werk dat je tot dan toe hebt gezien. Maar omdat iets je om bepaalde redenen raakt en heel dichtbij komt. Daar, zomaar naast het bushokje. En de prullenbak, maar dat terzijde.
Foto
​En dan, dan ga je weer door. Verder met je tocht. Je doorkruist het dorp en gaat kriskras van links naar rechts. Letterlijk en figuurlijk.  Van een wassen beeld van een dakloze Hitler (Roy Villevoye) tot de beeldengroep van Juan Munoz. Geluisterd naar nummers van Patti Smith en gekeken naar de film When Faith Moves Mountains van Francis Alys. Gereflecteerd over migratieproblematiek en gezeten bij de installatie Fake protest songs karaoke van Filip Markiewicz.
​Niet alles is even geweldig natuurlijk maar een festival als dit laat wel zien dat kunst niet altijd een speciaal daarvoor gecreëerde of aangewezen ruimte nodig heeft. Kunst kan ook heel goed tot zijn recht komen en bepaalde onderwerpen kunnen ook heel raak aan de kaak gesteld worden in zo'n niet al te 'wonderschoon' dorpje als Watou waar de mensen zelf nogal stug, de waakhonden groot en de herbergbedden klein zijn. 
***

Mededogen en (com)passie.

7/3/2016

 
Käthe Kollwitz in Museum Belvédère.
Midden in een leeg landschap, met aan de ene kant een landgoed en aan de andere kant weilanden, ligt een 'hidden treasure': Museum Belvédère, een museum voor moderne en hedendaagse kunst in Heerenveen, Friesland. Met in haar vaste collectie werk van twintigste-eeuwse en eigentijdse kunstenaars als Gerrit Benner, J.C.J. Vanderheyden en Robert Zandvliet en in haar tentoonstellingsbeleid een accent op schilderkunst die 'een relatie aangaat met de omliggende landschappelijke sfeer' of anderszins verbonden kan worden aan de omgeving.

We lopen langs wuivend riet door de weilanden naar het museum. Het gebouw lijkt op te gaan in het landschap; vormgeving en kleur is afgestemd op de omliggende natuur. Met zo op het oog geen ramen of anderszins daglicht, lijkt het museum een gesloten gebouw maar niets is minder waar. Niet alleen komt er daglicht de tentoonstellingszalen binnen via glazen stroken net boven de vloer maar ook via de entrees en de transparante ruimte tussen beide vleugels in.  En de entreedeur staat niet alleen letterlijk open (zelfs vóór openingstijd al!) maar ook figuurlijk: je krijgt een warm welkom en binnen heerst een aangename sfeer met een gezellige bedrijvigheid.  Hier wordt gekeken, gepraat, gelachen en zelfs gegeten. Door een divers publiek, ook fijn.

We komen voor 
Käthe Kollwitz (1867-1944). In de tentoonstelling Getekend Leven worden grafiek, tekeningen en een aantal bronzen beelden van deze Duitse kunstenares getoond. Al als jong kunstenaar (meisjesnaam Schmidt) had zij een grote belangstelling voor sociaal-maatschappelijke vraagstukken en vrouwenemancipatie. Het is ook met name de socialistische achtergrond van Kollwitz die zorgt voor de link met de geschiedenis van Zuid-Oost Friesland, een streek waar het socialisme onder de vele arbeiders veel aanhangers had. De misstanden onder de arbeidersbevolking daar, waren dezelfde als waar Kollwitz tegen ageerde.

In 1891 trouwt Käthe met 'armenarts' Karl Kollwitz en vestigen zij zich samen in een arbeiderswijk in Berlijn. De omstandigheden die zij daar aantreft, komen in haar werk samen tot de thema's 'armoede van het volk' en ' moeder en kind'. Met haar werk wilde Kollwitz de omstandigheden onder de bevolking verbeelden. Honger, werkloosheid, slechte arbeidsomstandigheden en geweld. Dat Kollwitz veel reproduceerbare kunst maakte -  grafiek, tekeningen en publicaties in pamfletten en het tijdschrift  Simplicissimus - is niet toevallig. Door de reproduceerbaarheid ervan had het een groter bereik en vond het zich sneller een weg naar het publiek.  

Door haar sociale bewogenheid maakte Kollwitz het zichzelf niet makkelijk. Zo moet ze onder Hitler haar functie als professor aan de Academie van Berlijn neerleggen en wordt haar werk als 'entartet' gekwalificeerd. Veel ervan werd vernietigd maar gelukkig zagen de Duitsers bijvoorbeeld de mallen van haar beelden over het hoofd waardoor die na de oorlog opnieuw konden worden gegoten.
Maar hoe lastig de omstandigheden ook, Kollwitz is nooit de confrontatie uit de weg gegaan. Sterker, de persoonlijke tragiek die haar ten deel viel, zorgde voor een intensivering van de thema's in haar werk. Haar focus op verbeelding van misstanden en de gevolgen van oorlog en geweld, verwordt tot een preoccupatie na de dood van één van haar zoons, omgekomen tijdens gevechtshandelingen aan het begin van de Eerste Wereldoorlog. Hiernaast het gedenkmonument voor haar zoon en alle andere oorlogsslachtoffers (Vladslo, België).
Foto
Kollwitz werkte er 17 jaar lang aan. In dit beeld zit haar leed en dat van alle andere ouders die een kind hebben verloren. De ruimte tussen de man en de vrouw staat voor de lege plek die het kind heeft achtergelaten.
Foto
De grafiek, tekeningen en beelden in de tentoonstelling, laten we heel rustig op ons inwerken. Dat kan ook niet anders. Zoals Henk van Os in het voorwoord van de tentoonstellingscatalogus aangeeft is dit 'allerminst kunst om luchtig van te genieten en mooi te vinden.' Hiernaast op de voorgrond het beeld Pietà (1937, brons) met daarachter aan de wand Vrouw met dood kind (1903, pastelkrijt), Zelfportret met zoon Hans (1914, zwartkrijt), Pietà (1903, litho), Vrouw met dood kind (1903, houtskool) en Vrouw met dood kind (1903, ets). Zomaar een zichtlijn. Heel veel leed.
De onderwerpen in haar kunst zijn misschien wel terug te brengen tot de kernwoorden 'kwetsbaarheid' en 'tijdelijkheid'. De mens is kwetsbaar, wordt geraakt door de omstandigheden waarin zij verkeert en kan ook zo, door die omstandigheden, roemloos ten onder gaan of uit het leven worden gerukt.
Het werk van Kollwitz hier aanschouwend, dringt zich een parallel met de actualiteit op. We kijken naar zware, indringende voorstellingen van nare, ellendige of verdrietige situaties. Het grijpt je naar de keel, raakt je in je hart. Waarom? Niet alleen omdat het een poos geleden allemaal daadwerkelijk plaats vond of omdat het deze krachtige kunstenaar overkwam. Maar ook omdat lijden van alle tijden is. Omdat het dichtbij komt. Misschien voor jou als persoon omdat je je herkent in een bepaalde situatie of emotie. Of breder, omdat Kollwitz' thema's van toen ons nog steeds wijzen op de maatschappelijke vraagstukken van nu. Armoede, oorlog, vluchtelingenstromen.
In Kollwitz werk zien we haar eigen lijden, passie, en haar mede-lijden met de mens die het minder heeft, haar compassie. Zo ziet dat er dus uit. Mededogen en (com)passie. Een oproep tot...
Bij deze.

Getekend Leven, Käthe Kollwitz. Tot en met 25 september te zien in Museum Belvédère.
Delen
<<Previous
Forward>>
    Kunstkwesties blog. Over de meest uiteenlopende kunstkwesties.

    Over musea, exposities, literatuur, onderwerpen uit de actualiteit en meer.

    Op de hoogte blijven?
    Volg ons op social media en abonneer je gratis op dit blog
    via e-mail.
    abonneren
    Foto

    Archives

    December 2023
    December 2020
    September 2020
    September 2019
    October 2018
    December 2017
    October 2017
    September 2017
    July 2017
    June 2017
    May 2017
    April 2017
    March 2017
    February 2017
    January 2017
    December 2016
    November 2016
    October 2016
    September 2016
    July 2016
    June 2016
    May 2016
    April 2016
    March 2016
    February 2016
    January 2016
    December 2015
    November 2015
    October 2015
    September 2015

    Categorieën

    All
    Algemeen
    Beeldende Kunst
    Exposities
    Filosofie
    Fotografie
    Literatuur
    Opera
    Podiumkunsten

    Auteur

    Saskia Hazelhoff

    RSS Feed

Kunstkwesties © 2024 Privacyverklaring