We lopen langs wuivend riet door de weilanden naar het museum. Het gebouw lijkt op te gaan in het landschap; vormgeving en kleur is afgestemd op de omliggende natuur. Met zo op het oog geen ramen of anderszins daglicht, lijkt het museum een gesloten gebouw maar niets is minder waar. Niet alleen komt er daglicht de tentoonstellingszalen binnen via glazen stroken net boven de vloer maar ook via de entrees en de transparante ruimte tussen beide vleugels in. En de entreedeur staat niet alleen letterlijk open (zelfs vóór openingstijd al!) maar ook figuurlijk: je krijgt een warm welkom en binnen heerst een aangename sfeer met een gezellige bedrijvigheid. Hier wordt gekeken, gepraat, gelachen en zelfs gegeten. Door een divers publiek, ook fijn.
We komen voor Käthe Kollwitz (1867-1944). In de tentoonstelling Getekend Leven worden grafiek, tekeningen en een aantal bronzen beelden van deze Duitse kunstenares getoond. Al als jong kunstenaar (meisjesnaam Schmidt) had zij een grote belangstelling voor sociaal-maatschappelijke vraagstukken en vrouwenemancipatie. Het is ook met name de socialistische achtergrond van Kollwitz die zorgt voor de link met de geschiedenis van Zuid-Oost Friesland, een streek waar het socialisme onder de vele arbeiders veel aanhangers had. De misstanden onder de arbeidersbevolking daar, waren dezelfde als waar Kollwitz tegen ageerde.
In 1891 trouwt Käthe met 'armenarts' Karl Kollwitz en vestigen zij zich samen in een arbeiderswijk in Berlijn. De omstandigheden die zij daar aantreft, komen in haar werk samen tot de thema's 'armoede van het volk' en ' moeder en kind'. Met haar werk wilde Kollwitz de omstandigheden onder de bevolking verbeelden. Honger, werkloosheid, slechte arbeidsomstandigheden en geweld. Dat Kollwitz veel reproduceerbare kunst maakte - grafiek, tekeningen en publicaties in pamfletten en het tijdschrift Simplicissimus - is niet toevallig. Door de reproduceerbaarheid ervan had het een groter bereik en vond het zich sneller een weg naar het publiek.
Door haar sociale bewogenheid maakte Kollwitz het zichzelf niet makkelijk. Zo moet ze onder Hitler haar functie als professor aan de Academie van Berlijn neerleggen en wordt haar werk als 'entartet' gekwalificeerd. Veel ervan werd vernietigd maar gelukkig zagen de Duitsers bijvoorbeeld de mallen van haar beelden over het hoofd waardoor die na de oorlog opnieuw konden worden gegoten.
Maar hoe lastig de omstandigheden ook, Kollwitz is nooit de confrontatie uit de weg gegaan. Sterker, de persoonlijke tragiek die haar ten deel viel, zorgde voor een intensivering van de thema's in haar werk. Haar focus op verbeelding van misstanden en de gevolgen van oorlog en geweld, verwordt tot een preoccupatie na de dood van één van haar zoons, omgekomen tijdens gevechtshandelingen aan het begin van de Eerste Wereldoorlog. Hiernaast het gedenkmonument voor haar zoon en alle andere oorlogsslachtoffers (Vladslo, België).
|
De grafiek, tekeningen en beelden in de tentoonstelling, laten we heel rustig op ons inwerken. Dat kan ook niet anders. Zoals Henk van Os in het voorwoord van de tentoonstellingscatalogus aangeeft is dit 'allerminst kunst om luchtig van te genieten en mooi te vinden.' Hiernaast op de voorgrond het beeld Pietà (1937, brons) met daarachter aan de wand Vrouw met dood kind (1903, pastelkrijt), Zelfportret met zoon Hans (1914, zwartkrijt), Pietà (1903, litho), Vrouw met dood kind (1903, houtskool) en Vrouw met dood kind (1903, ets). Zomaar een zichtlijn. Heel veel leed.
|
Getekend Leven, Käthe Kollwitz. Tot en met 25 september te zien in Museum Belvédère.
|
|