‘Dit tijdschriftje wil zijn eene bijdrage tot de ontwikkeling van het nieuwe schoonheidsbewustzijn. Het wil den modernen mensch ontvankelijk maken voor het nieuwe in de Beeldende Kunst.’ (**)
|
Het beeld over Theo van Doesburg is over het algemeen en heel kort door de bocht gezegd, misschien wat minder flatteus dan het beeld dat we hebben van Mondriaan. Waar Mondriaan het braafste jongetje van de klas is, het voorbeeld van de school, is Van Doesburg in diezelfde klas meer de stennisschopper. Het jongetje dat niet stil kan blijven zitten, aan de haren trekt van het kind voor hem en de boel voortdurend op stelten zet. 'Je suis contre tout et tous.' (***)
Van Doesburg (witte jas en witte papieren hoed met De Stijl logo) in 1922 tijdens het Internationaal congres van Konstructivisten en Dadaïsten in Weimar.
|
Maar aan precies die instelling hebben we anno 2017 maar wel heel wat moois overgehouden. Van Doesburgs bijdrage aan de Nederlandse kunst is groot. Niet alleen wat betreft oeuvre maar vooral ook als motor achter de avant-garde in zijn tijd. Hij jaagde aan, hij jaagde op. Hij initieerde en organiseerde en zette mensen op scherp. Hij was de motor van De Stijl.
En met die - enigszins pretentieuze - constatering wil ik hier een lans breken voor Theo van Doesburg. Aan mijn (scriptie) onderzoek destijds naar Van Doesburgs zelfbeeld en het doorspitten van zijn archief met daarin 3500 foto’s heb ik misschien toch een beetje een zwak voor hem overgehouden.
|
Nogmaals, die verhaallijn, die bevraag ik nu niet. Maar als je de honderdste verjaardag van De Stijl viert, mag Van Doesburg dan de kaarsjes op de taart uitblazen? Hij heeft die tenslotte zelf besteld.
(*) 'Wij veranderen en de kunst verandert met ons.' Citaat voorpagina uit Eenige punten ter verklaring der moderne schilderkunst. Voorgelezen op 13 october 1929 in het sted: museum te amsterdam ter gelegenheid der tentoonstelling van parijsche schilderkunst (esac.)
(**) Eerste zin, eerste nummer van De Stijl, oktober 1917. (***) Theo van Doesburg als zijn alter ego I.K. Bonset (anagram van 'ik ben sot'?), Je suis contre tout en tous. I.K. Bonset. Dada, 1921, RKD Den Haag. |