Boom, 1916, Theo van Doesburg, olieverf op paneel, 68,5 x 54 cm,
Portland (Oregon), Portland Art Museum. |
Een kerstgroet.
We sluiten het jaar af en gaan 2016 in; het jaar waarin het precies 100 jaar geleden is dat Theo van Doesburg (1883-1931) deze boom schilderde. Van Doesburg was toen 33, goed op dreef met het geven van lezingen en het schrijven van artikelen en drukdoende met de opbouw van zijn internationale netwerk van kunstenaarsvrienden. Hij was zogezegd actief op zoek naar "steunpunten voor de nieuwe opvatting over schilderkunst die hem voor ogen staan, maar waarvan de uitvoering nog geen gestalte heeft gekregen" (Jaffé, 1983). 1916 was ook het jaar waarin Van Doesburg subsidie aanvraagt en ontvangt voor het oprichten van een eigen tijdschrift, dat vanaf 1917 zal worden uitgegeven onder de naam De Stijl.
Even daarvoor, in 1915 was Van Doesburg al voorzichtig begonnen met het verkennen van een nieuwe, moderne richting in zijn schilderkunst. Toen hij eind 1915 Mondriaans Compositie X (pier en oceaan) (1915) zag, raakte hij helemaal overtuigd en weidde hij zich vanaf dat moment aan de abstractie. De kunst was 'vrijgemaakt', Van Doesburg bekeerd.
Het was onder dat gesternte dat Van Doesburg deze boom schilderde. Op de rechterfoto hierboven zie je hem aan het werk in zijn atelier in Leiden. Helaas geen heel scherpe foto maar als je goed kijkt zie je de boom rechts aan de wand hangen.
En, als laatste, het was óók in 1916 dat Van Doesburg in één van zijn artikelen schrijft over kunstenaarschap en daarin zegt hij: "...de kunst is daar, waar het gedruisch is,..." En zo is het. Kunst ontstaat daar, waar reuring is. Zonder actie geen reactie. En met die woorden van Van Doesburg, begeleid door zijn - voor die tijd - moderne, gewaagde boom, wensen wij jullie hier vanaf dit platform fijne kerstdagen en alle goeds voor het nieuwe jaar.
"...de kunst is daar, waar het gedruisch is,..."
Fietsend de geschiedenis in.
Elke week fiets ik in de ochtend vanuit het zuiden, langs de Amstel de stad Amsterdam in. Ik start in de polders en trap, meanderend met de rivier mee, in een half uurtje zo de stad in. Dat tochtje is mij lief. Rustig, bijna geen gemotoriseerd verkeer, gedachten krijgen de vrije loop. Ik begin in de natuur en zie gaandeweg het landschap veranderen en de bebouwing opkomen. En elke keer weer, fiets ik op deze manier de geschiedenis in. Van de nieuwe buitenwijken naar de oude binnenstad.
De stad Amsterdam is altijd veelvuldig bezongen. Stedenlof is iets van alle tijden. De stadsdichters zoals wij die nu kennen, waren er eeuwen geleden al. Aangesteld of zelfbenoemd. Bijvoorbeeld Daniel Willink (1676-1722), schrijver, dichter én wijnkoper. In Amstellandsche Arkadia (geschreven in 1712, postuum uitgegeven, bewerkt door G. Schoenmaker) beschrijft en bezingt hij de stad Amsterdam en haar ommeland. Het gezelschap in dit verhaal reist op een zeker moment van noord naar zuid langs de Amstel. De rivier wordt geroemd en vanaf het water én vanaf haar oevers wordt de fietstocht die ik drie eeuwen later wekelijks maak, uitgebreid beschreven.
De stedenlof hier op dit blog van Kunstkwesties, gaat dan nu weliswaar over Amsterdam maar zou net zo goed over elke andere stad kunnen gaan. Waar het om gaat is dat de geschiedenis, de verhalen voor het oprapen liggen. Dat schoonheid voor het oprapen ligt. Fietsend langs de Amstel. Welk een geluk.
|
Kunstkwesties blog. Over de meest uiteenlopende kunstkwesties.
Over musea, exposities, literatuur, onderwerpen uit de actualiteit en meer. Op de hoogte blijven?
Volg ons op social media en abonneer je gratis op dit blog via e-mail. Archives
December 2020
Categorieën
All
AuteurSaskia Hazelhoff |