Kunstkwesties
  • home
  • over
  • blog
  • beeld
  • contact

De wei in!

4/24/2016

 
Zelf kiezen hoe je kijkt (deel 2).
Afgelopen week kondigde het Rijksmuseum in een persbericht aan dat de Rijksmuseumtuinen klaar zijn voor het zomerseizoen. De tulpen staan in bloei, de klok van de Gorinchemse poort luidt weer, de koffie in het Haarlemse theehuis staat klaar en de sculpturen in het gelid. Speciaal voor deze ‘groene buitenzaal’ zijn rondleidingen gemaakt die de bezoeker informeren over alles wat zich in deze (gratis toegankelijke) tuinen bevindt. Kunst in de open lucht. Heerlijk.
Foto
Het persbericht deed de gedachten afdwalen naar Museum Insel Hombroich (Neuss), net over de Duitse grens bij Düsseldorf. Waar Amsterdam met de Rijksmuseumtuinen een aantrekkelijke buitenzaal heeft, heeft Neuss met het Museum Insel Hombroich een heel eiland voor kunst in de open lucht. Opgericht in 1987 door Karl-Heinrich Müller (1936-2007) op de fundamenten van een oud park dat begin 19e eeuw nog werd omringd door het water van de Erft rivier. Het eigenlijke Hombroich eiland dus. Tegenwoordig is Hombroich meer een eiland in overdrachtelijke zin; een oase van rust en natuur te midden van het hectische, industriële Ruhrgebied. Een plek waar moderne en hedendaagse kunstwerken zich – zowel in verschillende paviljoens als ‘stand-alone’  in de buitenlucht – aan de bezoeker laten zien.
De deuren van die paviljoens - die soms zelf 'walk-in' sculpturen zijn - staan open. Als bezoeker mag je overal bij, je wordt geheel vrijgelaten en mag zelf op verkenningstocht. In het parkachtige landschap wandel je een stukje bos in, slaat de bocht om en loopt zo tegen een doolhof, een paviljoen of een kunstwerk aan. Van bijvoorbeeld Anatol Herzfeld of Alexander Calder (zie hierboven). Of van Carel Visser (hiernaast).
Foto
Met de gedachte ‘kunst parallel aan de natuur’ (ontleend aan Cézanne) gaan in dit museumpark kunst en natuur met elkaar in dialoog. De kunst reageert op de natuur en de natuur geeft context aan de kunst. Er is een wisselwerking tussen die twee én de zaken lopen in elkaar over. Zo ‘stand-alone’ staan die kunstwerken dus eigenlijk niet.
Er is veel bijzonder aan Hombroich: de collectie zelf en het feit dat deze voor een groot deel in de buitenlucht wordt gepresenteerd; de volledige zelfstandigheid die je hier als bezoeker  hebt, de mogelijkheden om zelf op verkenning uit te gaan en de bijzonder gastvrije sfeer: de lunch staat voor je klaar! Die zelfstandigheid en verkenningsgelegenheid komen niet alleen door de afwezigheid van toeziende ogen als camera’s en suppoosten. Of door de letterlijke zijpaadjes die je in het park kunt nemen. Zij komen vooral ook door het hierboven aangehaalde motto en door het tentoonstellingsconcept van dit museum.
Eerder, in de post over het Stedelijk Museum Schiedam (Met één druk op de knop…) schreven we al over hoe je als museum de bezoeker zelf kan laten bepalen hoe hij kijkt. Kijken zonder voorkennis, puur vanuit wat je ziet. In het verlengde van dat idee ligt het tentoonstellingsconcept van Hombroich. Maar dat gaat nog een stapje verder. Waar in Schiedam de werken nog wel zijn ingedeeld naar thema, is in Hombroich het idee van ordening vrijwel losgelaten en zijn de kunstwerken uit verschillende culturen, stijlen en periodes naast en door elkaar gezet. Oude kunst uit China samen met avant-garde kunst uit Europa. Een Khmer-beeld naast een Calder-stabile. Geen tekstbordjes, geen zaalteksten en ook geen knop in de vloer die je de informatie op verzoek toont. Je moet het zelf doen, er wordt niet voor je bepaald hoe je moet kijken. Soms is dat lastig, gewend als we zijn aan informatieverstrekking. Maar gaandeweg realiseer je je dat het ook bevrijdend kan werken. Geen sturing van buitenaf, je hoeft niets en dus ook niet per sé bepaalde werken fantastisch te vinden. Geen nieuwe kleren van de keizer die je niet ziet. Je ziet wat je ziet en ervaart wat je ervaart.
In Hombroich mag je de wei in en wordt je volledig vrijgelaten om kunst op je eigen manier op je in te laten werken. Dat maakt Hombroich tot een heerlijk oord waar het goed toeven is. Naast het park is overigens ook het nabijgelegen Raketenstation onderdeel van dit museum alsook een nieuwbouw van Tadao Ando voor de Langen Foundation waar ook exposities worden gehouden. Je bent er de hele dag zoet mee.

***
Suggestie: Het park is ook leuk en interessant voor kinderen. Neem ze mee en ga dan de volgende dag als ‘beloning’ ook naar Xanten, een archeologisch openlucht park waar de Romeinse stad Colonia Ulpia Traiana weer tot leven wordt gewekt. Met het mooie Römer Museum (en een waanzinnige speeltuin).

Meer informatie op:
www.inselhombroich.de
www.apx.lvr.de

Je gaat er naar binnen met één..

4/10/2016

 
.. en komt weer naar buiten met tien.
In de Hermitage Amsterdam is sinds kort ook het Outsider Art Museum gevestigd (OAM). Dit museum biedt een platform voor kunstenaars die - heel kort gezegd - door verschillende omstandigheden buiten het zicht van de reguliere kunstcircuits vallen. Die bijvoorbeeld een verstandelijke beperking hebben of in een instelling verblijven. En die meestal geen academische achtergrond hebben. Kunst van outsiders, van buitenstaanders.
Maar ja, het is allemaal wel verwarrend. Want wanneer is iets nu outsider art en wanneer niet? Wanneer valt een werk onder outsider art en wanneer bijvoorbeeld onder volkskunst, amateurkunst of 'gewone' kunst? Iemand kan heel mooi werk maken, self taught en buiten het zicht van de reguliere circuits. Zonder zich iets aan te trekken van de buitenwereld of de kunsthistorische canon. Maar verder zit die persoon niet in een instelling en heeft hij ook niet een andere specifieke zorg nodig. Een gezonde zonderling in het bos. Dat bestaat. Hmm, hoe classificeren we dat?  Als art? En als het eenmaal art is, dan kan dat woord 'outsider' er toch gewoon van af?
Dat classificeren is een lastige. We hebben een grote behoefte aan een raamwerk waarin we van alles kunnen ordenen. In de kunst is dat niet anders en maken we graag indelingen naar -ismen en andere stromingen. Dat is natuurlijk ook wel fijn, het geeft duiding en richting in het grote woud. Maar soms wringt het ook, zoals nu het geval is. Om te omschrijven waarin outsider art zich onderscheidt van gewone kunst wordt de eerste vaak afgezet tegen de tweede. En dat zit niet lekker: want waar de eerste iets wel is, ligt de implicatie dat de tweede dat dan dus juist niet is.
Als outsider art bijvoorbeeld authentiek en tegendraads is, is 'gewone' kunst dat dan niet? Of waar outsider art kunstenaars 'zich niets aantrekken van de conventies in de kunsten' (citaat uit zaaltekst in de tentoonstellingszaal), zouden 'gewone' kunstenaars dat wel doen? En als we dat verkeerd veronderstellen, waar blijft dan de noodzaak van het onderscheid? Wederom, dan kan dat woord 'outsider' er toch gewoon van af?
Foto
Shoichi Koga, 2006. Figuur van krantenpapier en tape.
Ook niet makkelijk in deze tentoonstelling in de Hermitage is het volgende: Waar omschrijvingen en definities van outsider art vaak verstandelijke beperkingen of verslavingen als kenmerk noemen, vraagt het OAM de bezoeker dit nu juist niet in ogenschouw te nemen. 'Psychiatrische diagnoses of aandoeningen zijn van geen belang bij de beschouwing van Outsider Art. Het gaat niet om de ziekte of de veronderstelde afwijking' (citaat uit zaaltekst).  Maar die beschouwing ervan, kan niet los worden gezien van de classificering die daaraan vooraf is gegaan.  En bij die classificering worden die omstandigheden kennelijk toch meegenomen. Daarnaast doet het denken aan het bord langs de kant van de weg waar op staat 'Niet naar de vliegtuigen aan de linkerzijde kijken' en dat je dat dan dus precies wel doet. Je benadrukt iets wat je juist niet benadrukt wil hebben.
Het onderscheid tussen outsider art en 'gewone' kunst is een construct, nodig om het werk van mensen die anders buiten het voetlicht vallen, aan bod te laten komen. Mooie of interessante dingen die we anders niet te zien krijgen. Maar het is wel een geforceerd construct dat verwarring brengt en veel vragen oproept. Maar, naast het bieden van een platform, zit ook daar misschien wel de winst van dit OAM in de Hermitage. Dat je je juist al deze dingen afvraagt wanneer je de tentoonstelling bezoekt. Je dacht dat je het wist maar het blijkt van niet.
Je gaat er naar binnen met één vraag - is het wat? - en komt weer naar buiten met tien. En dat is soms nodig en precies wat we willen van kunst. Toch?


    Kunstkwesties blog. Over de meest uiteenlopende kunstkwesties.

    Over musea, exposities, literatuur, onderwerpen uit de actualiteit en meer.

    Op de hoogte blijven?
    Volg ons op social media en abonneer je gratis op dit blog
    via e-mail.
    abonneren
    Foto

    Archives

    December 2023
    December 2020
    September 2020
    September 2019
    October 2018
    December 2017
    October 2017
    September 2017
    July 2017
    June 2017
    May 2017
    April 2017
    March 2017
    February 2017
    January 2017
    December 2016
    November 2016
    October 2016
    September 2016
    July 2016
    June 2016
    May 2016
    April 2016
    March 2016
    February 2016
    January 2016
    December 2015
    November 2015
    October 2015
    September 2015

    Categorieën

    All
    Algemeen
    Beeldende Kunst
    Exposities
    Filosofie
    Fotografie
    Literatuur
    Opera
    Podiumkunsten

    Auteur

    Saskia Hazelhoff

    RSS Feed

Kunstkwesties © 2024 Privacyverklaring