Kunstkwesties
  • home
  • over
  • blog
  • beeld
  • contact

Er hangt sneeuw in de lucht.

11/29/2015

 
De dansende mobiles van Alexander Calder.
 Alexander Calder: Performing Sculpture. Te zien t/m 3 april 2016 in Tate Modern, Londen. Gezien op 26 november 2015.
De tijd dat de beeldhouwer zijn beelden alleen maar houwde, is al lang niet meer. Onder aanvoering van de avant-garde begin twintigste eeuw, zijn de grenzen aan wat een beeld kan of mag zijn, verkend en opengezet. Nieuwe wegen werden verkend, nieuwe invullingen gevonden.
De Amerikaan Alexander Calder (1898-1976) was zo’n kunstenaar die vorige eeuw aan de poorten van de kunsthistorische canon rammelde. Tussen beide wereldoorlogen in pendelde hij voortdurend heen en weer tussen Amerika en Europa. Ook in Europa kreeg hij stevig voet aan de grond en verkeerde hij in de kringen van kunstenaars als Mondriaan, Van Doesburg, Duchamp, Léger en Miró.
Met name aan het begin van zijn carrière maakte Calder werken van (ijzer)draad. In Tate is een groot aantal van deze draadfiguren samen gebracht. Met niets meer dan een simpele draad creëerde Calder de suggestie van volume. Deze 3-dimensionale figuren zette hij op de grond of hing hij aan het plafond, zwevend in de ruimte. Het is ongelooflijk om te zien hoe goed dit werkt. Calder maakt lucht – met haar beweging en met haar volume – tot onderdeel van het kunstwerk. Een vereenvoudiging van vormen die niets afdoet aan de beleving ervan. Een mooi voorbeeld hiervan is Hercules en de Leeuw (1928). Een heroïsche scene die je vaak in brons gegoten ziet, maar hier van draad en lucht. Het is een indrukwekkend sculptuur waar een grote dynamiek in zit; door het onderwerp maar ook door het bewegen van de sculptuur zelf, hangend aan het plafond.
Foto Reconstructie van Mondriaans atelier in Parijs, door Frans Postma. Foto mondriaan.nl/RKD.
Die beweging is een rode lijn in het werk van Calder. Soms aangedreven door techniek, soms manueel maar vaak ook door de lucht zelf. In 1930 bezoekt Calder Mondriaan in zijn atelier in Parijs. Mondriaan had zijn atelier tot één groot gesammtkunstwerk gemaakt waarin hij zijn kunsttheorie ontvouwde. Kunst geïntegreerd in het leven en zijn atelier was daar het voorbeeld van. Zelfs de grammafoonspeler had hij bewerkt en beschilderd. Het bezoek van Calder aan Mondriaan gaf Calder een enorme impuls. Hij zag de schilderijen van Mondriaan, raakte geïnspireerd door de abstracte vormentaal en vond een manier om ook daar een de vierde dimensie – die van beweging en/in tijd – aan toe te voegen.

Zie daar zijn mobiles, een term die Calder voor dit soort werken gebruikte, op suggestie van Marcel Duchamp. Het zijn werken van ijzerdraad, aangevuld met abstracte, metalen bladen die werden opgehangen aan het plafond of op een stevige voet gezet boven de grond. Er zit beweging in het geheel en in elke "tak" afzonderlijk. Ook deze mobiles zijn goed vertegenwoordigd in de tentoonstelling in Tate. De zalen zijn gevuld met serene activiteit en de bezoeker loopt er als Alice in Wonderland tussen door. Adembenemend is Snow Flurry I (1948), een mobile van sneeuwvlokken, dansend in de ruimte. Het sneeuwt echt, woordloze poëzie. En fantastisch is Triple Gong (1948) waar Calder het presteerde om ook nog het element geluid aan zijn werk toe te voegen. Bij het bewegen in de lucht, wordt af en toe een gong geraakt. Een alles-in-één kunstwerk. Can sculpture perform? Ja, dat kan. Calders werk laat ons dat zien en beleven.
Waarom we over deze tentoonstelling schrijven? Niet om een recensie te geven of een samenvatting van Calders werk en leven. Daarvoor is zijn oeuvre te omvangrijk en te divers. Nee, Alexander Calder wordt hier uitgelicht omdat hij een ontzettend mooi voorbeeld is van iemand die de gebaande paden verlaat, de zaken opnieuw tegen het licht houdt en nieuwe benaderingen zoekt en vindt. Een beeld hoeft niet van brons of steen te zijn. Het kan er ook heel goed eentje zijn opgebouwd uit ijzerdraad en lucht, dansend in de ruimte.
Antennae with Red and Blue Dots,
Overigens, om werk van Calder te zien hoef je niet persé naar Londen af te reizen. Dichterbij huis, in het Stedelijk Museum in Amsterdam bijvoorbeeld, hangt in de oude entree een mobile die Calder in 1955 speciaal voor het museum maakte.
Calders werk was vernieuwend en is nog altijd indrukwekkend en "spot on". We zien verbeeldingskracht, kleur, balans en beweging. Is dat niet precies wat we willen in het leven?

Hoe lang duurt 25 jaar?

11/15/2015

 
Over het inkrimpen en ontvouwen van de tijd en Grossmans Leven & Lot.
De tijd gaat ons soms te snel. Je zou wel willen dat die langzamer ging. Maar kan dat? Kunnen we de boel vertragen? Aan onze kloktijd valt niet te tornen. De seconden, minuten en uren staan vast. Meetbare tijd waarover we afspraken hebben gemaakt. Maar onze beleving van de tijd daarentegen, is een innerlijke aangelegenheid. Die is subjectief en variabel. Daar kunnen we wat mee.
Een saaie werkweek duurt lang, een enerverende vakantieweek vliegt voorbij. Maar als we na een poosje op beide weken terugkijken, is het precies omgekeerd: De week waarin niets noemenswaardigs gebeurde, lijkt verkort en de vakantieweek lijkt langer. Hoe dat komt? Onze hersenen werken met herinneringen. In de saaie week waren we routinematig bezig en was er voor onze hersenen vrij weinig om op te slaan. De week klinkt in tot één vage notie van wat we hebben gedaan. In de vakantieweek daarentegen ondernamen we dingen, genoten we met volle teugen en was ons brein bezig met het opslaan van alle indrukken. Door die herinneringen ontvouwt de tijd zich, hij klapt uit.
Over dit proces van tijdsbeleving is al veel geschreven en heb ik eerder gelezen. Maar nergens las ik het mooier verwoord en beeldender beschreven, dan in Leven & Lot van Vasili Grossman (1905-1964).
Leven & Lot is een intense roman over de gebeurtenissen aan het Oostfront ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Geen roman van een historicus maar van iemand die zelf als oorlogscorrespondent verslag deed van de vervolging van de joden en de slag om Stalingrad. Grossman schreef het boek al  in 1960 maar nog voor publicatie werd het in beslag genomen. Te politiek, staatsgevaarlijk. Pas decennia later is het uiteindelijk gepubliceerd.
De passage waar Grossman schrijft over tijdsbeleving en de manipulatie daarvan, is maar een kleine passage uit dit enorme boek dat over zoveel meer gaat. Desalniettemin vormt het een mooie aanleiding om Leven & Lot hier onder de aandacht te brengen. Zeker als je van Russische literatuur houdt, is dit zo’n boek dat je eigenlijk wel gelezen moet hebben. Een enorm epos waarvan de opbouw doet denken aan Oorlog & Vrede van Tolstoj (1828-1910), Grossmans grote voorbeeld.
Leven & Lot gaat over de verschrikkingen van de oorlog en over gewone mensen die zich daarin staande proberen te houden. Ieder op zijn eigen manier. De één grootmoediger dan de ander. Indrukwekkend is de brief van een moeder aan haar zoon waarin ze afscheid van hem neemt en hem, vanuit het Joodse getto, vertelt over de laatste dagen van haar leven.
‘Wat kan ik je zeggen over de mensen, Vitja? Ze hebben me zowel in goede als in slechte zin verbaasd. Ze zijn zo verschillend, ook al ondergaan ze hetzelfde lot. Maar als de meeste mensen tijdens een onweer proberen te schuilen voor de stortregen, dan wil dat nog niet zeggen dat al die mensen hetzelfde zijn. Iedereen zoekt tenslotte op zijn eigen manier beschutting.’
Maar goed, terug naar het proces van deformatie van het tijdsbesef. Grossman licht dit proces toe aan de hand van het voorbeeld van een meisje dat de hele nacht heeft gedanst op haar eerste bal en een man die 25 jaar heeft vast gezeten.
‘Een meisje dat tot de ochtend heeft gedanst op het oudejaarsbal, kan niets zeggen over haar tijdsbesef op het bal, of het lang heeft geduurd of juist kort. En een man die vijfentwintig jaar gevangenisstraf heeft uitgezeten in het fort Schlüsselberg, zal zeggen: ‘Het lijkt alsof ik een eeuwigheid in de vesting heb doorgebracht, maar tegelijkertijd maar een paar weken.

Voor het meisje was de nacht vol vluchtige gebeurtenissen: blikken, flarden muziek, glimlachjes, aanrakingen, die allemaal zo snel voorbij leken dat ze geen besef van duur achterlieten in haar bewustzijn. Maar de som van die korte gebeurtenissen heeft de indruk doen ontstaan van een lange tijdspanne, die de volle vreugde van het menselijk leven bevatte.

Bij de gevangene is het omgekeerde gebeurd: zijn vijfentwintig jaren in de gevangenis zijn opgebouwd uit ondraaglijk lange tussenpozen, van het ochtendappèl tot het avondappèl, van het ontbijt tot het middageten. Maar de som van die armzalige gebeurtenissen blijkt een nieuw beeld op te leveren: in de grauwe eentonigheid van de opeenvolgende maanden en jaren is de tijd ineengekrompen, verschrompeld.

En zo ontstaat de indruk van kortheid en eindeloosheid tegelijk, zowel bij mensen op een oudejaarsfeest als bij mensen die decennia in de gevangenis doorbrengen.’
Kortheid en eindeloosheid. Inkrimpen en ontvouwen. Het klinkt niet eenvoudig maar volgens mij komen we op het volgende uit:
Dé manier om de tijd te vertragen, ligt in het creëren van herinneringen. Dat kan door dingen te ondernemen maar ook gewoon door stil te staan bij wat je doet en wat er om je heen gebeurt. De één noemt dat mindfulness, de ander bewustzijns-gericht. Het gaat om aandacht. Aandacht creëert herinneringen, herinneringen creëren tijd.

Leven & Lot
Vasili Grossman. Balans, Uitgeverij. Maart 2014.

Het blauwe schort van de ketelschuurster.

11/2/2015

 
Over het beheren & behouden van kunst en het NICAS.
We genieten van kunst en we leren van kunst. Door kunst staan we stil bij de wereld om ons heen. Kunst is dus van onschatbare waarde. En daarom is zo belangrijk dat kunstwerken (en ander cultureel erfgoed) goed beheerd en behouden worden. Niet alleen voor ons maar ook voor de generaties na ons.
Dat is niet heel eenvoudig. Een schilderij bijvoorbeeld, is vanaf het moment van ontstaan aan invloeden onderhevig en verandert daardoor: De materialen waaruit het werk is opgebouwd, het doek, de verf, de vernislaag etc, reageren op elkaar en op invloeden van buitenaf. Kou, warmte, licht, donker. Er zijn allerlei interne processen gaande die er toe leiden dat een schilderij er na verloop van tijd anders uitgaat zien. Verouderingsprocessen. Ook na drie eeuwen nog. Dachten jij en ik misschien dat - los van het verhaal dat een kunstwerk vertelt en de beweging die er in zit - een schilderij een statisch object is, niets is minder waar: Het schilderij leeft en is één en al dynamiek.
Conservering & restauratie
Op het gebied van conservering en restauratie is men gelukkig ontzettend ver. Er is tegenwoordig een macro-rontgenfluorescentie scanner (XRF), die informatie geeft over de verfsamenstelling, verfopbouw en schildertechniek van een werk. Onmisbare informatie voor de restauratie ervan of voor toeschrijvingen. Of er zijn mathematische modellen, die in kaart brengen hoe een bepaalde verf droogt. Er is uitgebreid archief- en bronnenonderzoek. En er zijn allerlei ICT toepassingen mogelijk die verkregen informatie inzichtelijk presenteren en verbanden blootleggen. Er is dus heel veel. Maar dat wát er is, wordt wel benaderd en onderzocht vanuit de eigen (wetenschappelijke) discipline. Monodisciplinair onderzoek. Ieder zijn eigen winkel.
Het NICAS
Tot nu toe dan. Want onlangs hebben NWO, het Rijksmuseum, de UvA, TU Delft en de Rijksdienst Cultureel Erfgoed besloten de krachten te bundelen in een nieuw onderzoeksinstituut, het NICAS (Netherlands Institute for Conservation, Art and Science).  Vanuit de gedachte 'één-en-één is drie' en ook om te voorkomen dat zaken tussen wal en schip raken waardoor kunstwerken alsnog niet optimaal bewaard blijven, werkt men binnen het NICAS interdisciplinair aan een verdere vernieuwingen en verbeteringen op het gebied van conservering- en restauratievraagstukken. Hoe dat er uit ziet?
Katrien Keune -vanuit het Rijksmuseum en de UvA verbonden aan het NICAS- was zo aardig om Kunstkwesties dat te laten zien en rond te leiden in het huis van het Nicas, het Ateliergebouw aan het Museumplein. En daar bruist het. In het oude gebouw met daaraan de nieuwbouw, heerst een enorme bedrijvigheid en een opgewekte energie. Gedreven wetenschappers (en master-studenten)  die elk vanuit hun expertise zich gezamenlijk buigen - ook letterlijk - over een kunstwerk.  Dat ziet er eigenlijk precies uit zoals je het je voorstelt, of hoopt: Grote ruimtes met allerlei apparaten, laboratoria en verschillende ateliers met uiteenlopende functies. In het ene wordt een kabinet onderzocht, in het andere bekijkt iemand van onder een donker laken een schilderij met UV-licht. En in weer een atelier leren studenten proefondervindelijk hoe stoffen werken; daar wordt geschilderd met verschillende pigmenten op verschillende ondergronden. We zien iconen, olieverfwerkjes, tekeningen, etcetera. Een hoogtepunt is toch wel het grote schilderijenatelier waar verschillende meesterwerken gewoon op een schildersezel staan of op een grote tafel liggen. Als we ons over die tafel buigen en het paneel bekijken, blijkt dat een vroege Rembrandt te zijn. 
Ultramarijn ziekte
Katrien onderzoekt in het Ateliergebouw welke chemische processen zorgen voor de verkleuring en veroudering van schilderijen. Met onder andere chemische experimenten en reconstructies proberen zij en haar team te achterhalen hoe het komt dat bepaalde verfpigmenten zich gedragen zoals ze zich gedragen. Een bekend fenomeen bijvoorbeeld is de ultramarijn ziekte: De blauwe verf die na verloop van tijd afbrokkelt tot een grijzige, korrelige kleur. Zoom hierboven maar eens in op het schort van de Ketelschuurster van Jan Steen. Na zo'n 350 jaar is er van de oorspronkelijke kleur weinig over. Hoe stop je dat proces, hoe restaureer je zoiets en hoe zorg je er voor dat de generaties na ons ook nog kunnen genieten van dit kunstwerk? Vragen waar Katrien zich mee bezig houdt. Ook op een heel praktische manier:
Een uit Afghanistan meegenomen lapis lazuli (met het ultramarijn pigment) wordt op verschillende manieren bewerkt om te bekijken hoe deze mineraal reageert op deze bewerkingen en op factoren van buitenaf. Dat betekent verhitten, vermalen, kneden tot pasta om de processen in kaart te brengen en zo uit te dokteren hoe er in de toekomst mee kan worden omgegaan. Zodat blauw blauw blijft en het schilderij beschermd wordt tegen de tand des tijds. 
Alle expertise onder één dak. Gezamenlijk onderzoeken. De samenwerking binnen het NICAS betekent een nieuwe impuls voor wetenschappelijk onderzoek naar beheer en behoud van kunst. Een wereldwijde primeur met wereldwijde betekenis. Dit gaat heel veel brengen.

 v.l.n.r. Ultramarijn in oven verhit, ultramarijn vermalen en ultramarijn tot pasta gekneed ('pastello' behandeling, volgens historische bronnen). Foto's Keune.
    Kunstkwesties blog. Over de meest uiteenlopende kunstkwesties.

    Over musea, exposities, literatuur, onderwerpen uit de actualiteit en meer.

    Op de hoogte blijven?
    Volg ons op social media en abonneer je gratis op dit blog
    via e-mail.
    abonneren
    Foto

    Archives

    December 2020
    September 2020
    September 2019
    Oktober 2018
    December 2017
    Oktober 2017
    September 2017
    Juli 2017
    Juni 2017
    Mei 2017
    April 2017
    Maart 2017
    Februari 2017
    Januari 2017
    December 2016
    November 2016
    Oktober 2016
    September 2016
    Juli 2016
    Juni 2016
    Mei 2016
    April 2016
    Maart 2016
    Februari 2016
    Januari 2016
    December 2015
    November 2015
    Oktober 2015
    September 2015

    Categorieën

    Alles
    Algemeen
    Beeldende Kunst
    Exposities
    Filosofie
    Fotografie
    Literatuur
    Opera
    Podiumkunsten

    Auteur

    Saskia Hazelhoff

    RSS-feed

Kunstkwesties © 2021 Privacyverklaring