Over het beheren & behouden van kunst en het NICAS.
We genieten van kunst en we leren van kunst. Door kunst staan we stil bij de wereld om ons heen. Kunst is dus van onschatbare waarde. En daarom is zo belangrijk dat kunstwerken (en ander cultureel erfgoed) goed beheerd en behouden worden. Niet alleen voor ons maar ook voor de generaties na ons.
Dat is niet heel eenvoudig. Een schilderij bijvoorbeeld, is vanaf het moment van ontstaan aan invloeden onderhevig en verandert daardoor: De materialen waaruit het werk is opgebouwd, het doek, de verf, de vernislaag etc, reageren op elkaar en op invloeden van buitenaf. Kou, warmte, licht, donker. Er zijn allerlei interne processen gaande die er toe leiden dat een schilderij er na verloop van tijd anders uitgaat zien. Verouderingsprocessen. Ook na drie eeuwen nog. Dachten jij en ik misschien dat - los van het verhaal dat een kunstwerk vertelt en de beweging die er in zit - een schilderij een statisch object is, niets is minder waar: Het schilderij leeft en is één en al dynamiek.
Conservering & restauratie
Op het gebied van conservering en restauratie is men gelukkig ontzettend ver. Er is tegenwoordig een macro-rontgenfluorescentie scanner (XRF), die informatie geeft over de verfsamenstelling, verfopbouw en schildertechniek van een werk. Onmisbare informatie voor de restauratie ervan of voor toeschrijvingen. Of er zijn mathematische modellen, die in kaart brengen hoe een bepaalde verf droogt. Er is uitgebreid archief- en bronnenonderzoek. En er zijn allerlei ICT toepassingen mogelijk die verkregen informatie inzichtelijk presenteren en verbanden blootleggen. Er is dus heel veel. Maar dat wát er is, wordt wel benaderd en onderzocht vanuit de eigen (wetenschappelijke) discipline. Monodisciplinair onderzoek. Ieder zijn eigen winkel.
Het NICAS
Tot nu toe dan. Want onlangs hebben NWO, het Rijksmuseum, de UvA, TU Delft en de Rijksdienst Cultureel Erfgoed besloten de krachten te bundelen in een nieuw onderzoeksinstituut, het NICAS (Netherlands Institute for Conservation, Art and Science). Vanuit de gedachte 'één-en-één is drie' en ook om te voorkomen dat zaken tussen wal en schip raken waardoor kunstwerken alsnog niet optimaal bewaard blijven, werkt men binnen het NICAS interdisciplinair aan een verdere vernieuwingen en verbeteringen op het gebied van conservering- en restauratievraagstukken. Hoe dat er uit ziet?
Katrien Keune -vanuit het Rijksmuseum en de UvA verbonden aan het NICAS- was zo aardig om Kunstkwesties dat te laten zien en rond te leiden in het huis van het Nicas, het Ateliergebouw aan het Museumplein. En daar bruist het. In het oude gebouw met daaraan de nieuwbouw, heerst een enorme bedrijvigheid en een opgewekte energie. Gedreven wetenschappers (en master-studenten) die elk vanuit hun expertise zich gezamenlijk buigen - ook letterlijk - over een kunstwerk. Dat ziet er eigenlijk precies uit zoals je het je voorstelt, of hoopt: Grote ruimtes met allerlei apparaten, laboratoria en verschillende ateliers met uiteenlopende functies. In het ene wordt een kabinet onderzocht, in het andere bekijkt iemand van onder een donker laken een schilderij met UV-licht. En in weer een atelier leren studenten proefondervindelijk hoe stoffen werken; daar wordt geschilderd met verschillende pigmenten op verschillende ondergronden. We zien iconen, olieverfwerkjes, tekeningen, etcetera. Een hoogtepunt is toch wel het grote schilderijenatelier waar verschillende meesterwerken gewoon op een schildersezel staan of op een grote tafel liggen. Als we ons over die tafel buigen en het paneel bekijken, blijkt dat een vroege Rembrandt te zijn.
Ultramarijn ziekte
Katrien onderzoekt in het Ateliergebouw welke chemische processen zorgen voor de verkleuring en veroudering van schilderijen. Met onder andere chemische experimenten en reconstructies proberen zij en haar team te achterhalen hoe het komt dat bepaalde verfpigmenten zich gedragen zoals ze zich gedragen. Een bekend fenomeen bijvoorbeeld is de ultramarijn ziekte: De blauwe verf die na verloop van tijd afbrokkelt tot een grijzige, korrelige kleur. Zoom hierboven maar eens in op het schort van de Ketelschuurster van Jan Steen. Na zo'n 350 jaar is er van de oorspronkelijke kleur weinig over. Hoe stop je dat proces, hoe restaureer je zoiets en hoe zorg je er voor dat de generaties na ons ook nog kunnen genieten van dit kunstwerk? Vragen waar Katrien zich mee bezig houdt. Ook op een heel praktische manier:
Een uit Afghanistan meegenomen lapis lazuli (met het ultramarijn pigment) wordt op verschillende manieren bewerkt om te bekijken hoe deze mineraal reageert op deze bewerkingen en op factoren van buitenaf. Dat betekent verhitten, vermalen, kneden tot pasta om de processen in kaart te brengen en zo uit te dokteren hoe er in de toekomst mee kan worden omgegaan. Zodat blauw blauw blijft en het schilderij beschermd wordt tegen de tand des tijds.
Alle expertise onder één dak. Gezamenlijk onderzoeken. De samenwerking binnen het NICAS betekent een nieuwe impuls voor wetenschappelijk onderzoek naar beheer en behoud van kunst. Een wereldwijde primeur met wereldwijde betekenis. Dit gaat heel veel brengen.
v.l.n.r. Ultramarijn in oven verhit, ultramarijn vermalen en ultramarijn tot pasta gekneed ('pastello' behandeling, volgens historische bronnen). Foto's Keune.