Het laatste stukje hier - en dat was toen ook een kerstwens - is al weer van drie jaar geleden.😬 Ongelooflijk, je knippert met je ogen en bent zo een heel stuk verder. En jij niet alleen, alles om je heen ook; dierbaren zijn ons ontvallen, met het klimaat gaat het slecht, en met oorlogen helaas niet; die zijn er in overvloed. De wereld staat in brand maar draait wel gewoon door. Laten we dan maar hier, op deze plek het even klein houden. Daarmee niet willen bagatelliseren of negeren maar gewoon even jezelf en elkaar in de ogen kijken en je afvragen, waar heb ik behoefte aan én wat kan ik geven? Wedden dat de kans groot is dat dat hetzelfde is? Volgens mij is namelijk één van de dingen waar echt íedereen behoefte aan heeft, vriendelijkheid. Vriendelijkheid voor jezelf (is echt handig hoor, jij doet ook het leven maar voor het eerst) en vriendelijkheid voor een ander. Kost niets, betekent alles. Dus groet elkaar, houd een compliment nooit voor je en wees ruimhartig. Wat je zaait, oogst je. En daar wordt de hele wereld weer een stukje beter van. Ik wens jou een warme, ontspannen en vriendelijke kerst. En voor 2024? Doe je best, maak er iets moois van.
... een kritische kerst! De dagen zijn kort, buiten is het koud. Met kerst sluiten we de gordijnen en maken we het binnen gezellig. Kaarsje aan, boompje er in. We laten de buitenwereld even voor wat het is en richten ons op onze kleine kring. Zeker nu. Lekker eten, spelletjes doen. Maar tegelijkertijd is kerst ook het moment om de zaken eens goed te overdenken. Tijd voor reflectie en om jezelf wat kritische vragen te stellen. Wat heeft 2020 mij gebracht, wat heb ik gedaan? Ben ik daar waar ik zijn wil en heb ik voldoende oog gehad voor de ander? Geef ik anderen de ruimte om anders te zijn of te denken en heb ik aandacht gehad voor hen die het minder goed hebben? Wat was in 2020 mijn bijdrage? Jezelf dit soort vragen stellen en de moeite nemen om het antwoord er op te overdenken, is volgens mij belangrijk. Zonder oog en compassie voor anderen wordt de samenleving rauw. En een rauwe samenleving is het laatste wat je wil. We moeten het immers met elkaar zien te rooien, toch?
Daar kan je wat van vinden. Ik doe dat ook. Ik heb bedacht dat het - voorzichtig geformuleerd - niet mijn smaak is. Maar als de ander het nou mooi vindt en de buren het niet storend vinden dat ze zelfs tot in hun slaapkamer het blauwe, knipperende licht van de kerstversiering van de buren hebben, wie ben ik dan om dat af te keuren? Sterker, ik hoop dat er een bewuste gedachte achter zit. De gedachte dat de eigenaar van al die lampjes niet alleen zichzelf - in z'n eigen warme huis - lichtpuntjes in donkere tijden wenst, maar dat hij dat ook een ander toewenst en daarom die kerstvoorstelling in zijn voortuin heeft. Vanuit de overtuiging dat hij een ander daar een plezier mee doet. Ik weet niet of het daadwerkelijk ook de gedachte van de lampjes-eigenaar is - een cynicus zou er heel goed ook een andere draai aan kunnen geven - maar ik kies er voor om dit te geloven en een serieuze mogelijkheid te laten zijn. Dat de trotse voortuin-eigenaar dit doet voor een ander. En daarmee kom ik weer terug bij kerst als moment van reflectie en het hebben van aandacht voor een ander; dat kan iemand zijn die je goed kent, het kan zijn een voorbijganger op straat of bijvoorbeeld iemand die je helemaal niet kent en ergens ver weg in een lastige situatie zit. Volgens mij kan het namelijk beide: én met de gordijnen dicht je richten op gezelligheid met elkaar én tegelijkertijd oog hebben voor wat er zich in de wereld om ons heen afspeelt en hoe we onszelf daartoe willen verhouden. 'There's a world outside your window,' de meest rake zin uit de Christmas-evergreen van Band Aid. Dat was het voor nu. Genoeg voornemens en plannen voor komend jaar. Maar eerst wil ik je dus nog een heerlijke, kitscherige en tegelijkertijd ook kritische kerst toewensen. Tot in 2021! Henri Matisse, Christmas Eve, 1952. ***
Heel, half, klein of groot.
Ik heb hier vier boeken voor me liggen, met bijna dezelfde titels. Althans, ik haal ze soms door elkaar.
Ik begin met Een klein leven van de Russische Vasili Grossman. Een boek waarin een aantal van zijn journalistieke werken, essays en verhalen is opgenomen. Maar ook de brieven die Grossman aan zijn overleden moeder schreef. Ze zijn hartbrekend, ik lees ze als moeder van drie. En er is het verslag van de hel van Treblinka. Bijna niet te lezen, zo huiveringwekkend. Grossman beschrijft het onbeschrijflijke.
Ik heb hier ook Een half leven (Half a life). Dit boek van V.S. Naipaul gaat over Willie Chandran, een man die zijn halve leven heeft vermorst met zijn zoektocht (in India, Engeland, Mozambique) naar erkenning. Erkenning van wat? De passiviteit van Chandran doet mij denken aan de verongelijktheid die Meneer Biswas had, in zijn zoektocht naar een huis (Een huis voor meneer Biswas - ook van Naipaul, absoluut lezen). En ook daar gaat het niet om een huis natuurlijk maar om iets anders.
En dan is er nog Een heel leven (Ein ganzes Leben) van Robert Seethaler. Weer iets heel anders. In bijna poëtische beelden beschrijft Seethaler het leven van Andreas Egger. Niet een lijvig boek, er staat geen woord te veel. De eerste zin trekt je meteen de bergen in naar de hut van Geitenhannes.
Het vierde - en meest recente - boek is Een klein leven (A Little life) van Hanya Yanagihara. Niet kort, wel lijvig. Zowel figuurlijk als letterlijk. Een heel verdrietig verhaal. Hoe help je iemand die niet gered wil worden?
Wat wil ik met het noemen van deze vier boeken? Niet ze een éénregelige recensie geven. Dat is niet de bedoeling en daar doe je deze boeken ook geen recht mee. Waarom breng ik ze dan hier? Omdat ik geïntrigeerd ben door het woord leven in de titels. Het laat me niet los.
Het leven. We doen er allemaal wat anders mee en bezien het elk vanuit een ander perspectief. Klein op de grote schaal der dingen, klein voortkomend uit pijn, half door een gevoel van verspilling of heel vanuit de gedachte dat een mens altijd een compleet leven leidt, hoe groots of hoe - voor een ander -onbetekenend dan ook. Misschien is het heel van Seethaler wel hetzelfde klein als dat van Grossman. Het is wat, dat leven.
***
Kiefer in Voorlinden.
Op dit moment toont Voorlinden vijf grote werken van Anselm Kiefer uit de eigen collectie. Werken die elk zijn aangekocht pak 'm beet een jaar nadat ze zijn gemaakt. De meest recente verwerving betreft Im Herbst dreht sich die Erde etwas schneller (0,06 sec), uit 2018 (de vitrine-installatie in de middelste foto hierboven). Die aanschaf vormde de aanleiding voor het museum om alle vijf werken nu bij elkaar te laten zien.
En daarmee kom je wel aan een lastigheid. Want hoeveel kun je als kijker hebben? Elk werk neemt de volle aandacht. Vijf in één ruimte kan dan best veel zijn terwijl één alleen de zaal ook makkelijk aan zou kunnen.
Maar aan de andere kant, if you got it, show it! Dat snappen wij ook. En als je je als kijker goed weet af te sluiten en de tijd neemt, dan gaat het best. Want bij elkaar geven ze wel een mooi beeld van het werk van deze kunstenaar. Althans, van het laatste decennium dan want vroeger werk ontbreekt in dit verhaal. (Maar wellicht dat gezien de relatie die dit museum met de kunstenaar heeft, we misschien mogen hopen op een verdere samenwerking?)
Enfin, terug naar de zaak. Grote gelaagdheid, talrijke verwijzingen. Gelukkig werkt dat nergens echt belerend. Kiefer bouwt op en brengt aan maar laat het vervolgens aan ons om er een interpretatie aan te geven. Hij is daar vrij relaxed in:
'Elke beoordeling en elke interpretatie is geloofwaardig.'
Anselm Kiefer werd geboren in het jaar dat de Tweede Wereldoorlog eindigde. Een omslagpunt in de geschiedenis en die oorlog en het puin waartussen hij opgroeide zijn belangrijke componenten in zijn werk. Je kan dat als zwaar en soms ook misschien wel onheilspellend zien. Toch - en daar geeft de kunstenaar ons als kijker misschien toch juist wél een aanwijzing voor interpretatie - mag dat optimistisch bekeken worden: geschiedenis helpt ons het heden te kunnen begrijpen en verwachtingen over de toekomst te kunnen vormen.
Dat als eerste. En als tweede aanwijzing daarmee het idee dat puin niet persé of alleen maar staat voor verval en voor iets negatiefs. Vanuit puin uit het verleden, kan iets nieuws worden opgebouwd.
'Ik houd van puin omdat het de basis vormt voor iets nieuws.'
Dus terugkomend op de vraag hoeveel puin je kunt (ver)dragen: veel.
Uiteindelijk meer dan je denkt. Als je er zo over nadenkt.
Ik zou maar even naar Voorlinden gaan.
***
Anselm Kiefer, te zien in Museum Voorlinden t/m 15 april 2020.
De bedelaar en de moderator. Gezien in Kunsthal Kade (Amersfoort), A Balancing Act. Tot en met 6 januari 2019. De eerste is misschien het meest 'instagrammable', de tweede is eigenlijk al veel leuker en de derde veruit het meest interessant. Aan deze kan je niet voorbij gaan zonder er bij stil te blijven staan. Project 'Street debaters' van de nu in Amsterdam woonachtige Japanse Tomo Kihara. Kihara bedacht hiermee een sociaal alternatief voor het bedelen waarbij de bedelaar door de vragen die hij opwerpt en het debat dat hij daarmee start, op een waardige manier geld kan verdienen. Het schijnt dat er per uur gemiddeld 12 mensen stoppen voor een praatje of discussie en de bedelaar / moderator zo'n 15 euro per uur ophaalt. Alle thema's worden opgeworpen. Van 'Are we equal' tot 'Aprove Brexit?' tot 'Which dooms the UK, Trump or Brexit?'.
Op de balans in het museum ligt trouwens ook muntgeld. Of dat er is neergelegd door publiek, door Kihara zelf of bij de installatie door het museum, kon de desgevraagde medewerker niet vertellen. Het doet er dus ook niet zoveel toe. Of hier, in dit specifieke geval toch wel? Check the balance. ***
|
Kunstkwesties blog. Over de meest uiteenlopende kunstkwesties.
Over musea, exposities, literatuur, onderwerpen uit de actualiteit en meer. Op de hoogte blijven?
Volg ons op social media en abonneer je gratis op dit blog via e-mail. Archives
December 2023
Categorieën
All
AuteurSaskia Hazelhoff |