H.N. Werkman, 1941, Amsterdam-Castricum 4, 51 x 33 cm, papier, sjablone, stempel, collectie Stedelijk Museum Amsterdam.
***
Meer over H.N. Werkman Lezen? Een mooi boek met een overzicht van zijn leven en werk:
|
|
'… uit vrees dat Uw opgewarmde koffie koud zal worden.'
In de vorige blogpost hadden we het over kunstenaarschap en benoemde Marjolijn van den Assem dat het kunstenaarschap niet een vak is dat je uitoefent maar dat je bént. Een kunstenaar maakt omdat hij niet anders kan. Dat neemt niet weg dat het niet allemaal vanzelf gaat. Inspiratie komt niet altijd zomaar aanwaaien en je moet jezelf voortdurend op scherp zetten. Alles bevragen, jezelf incluis. Dat houdt ook in dat je jezelf af en toe een por moet geven. Om de goede kant uit te gaan of om (weer) op gang te komen.
Dat realiseerde de Groninger kunstenaar Hendrik Nicolaas Werkman (1882-1945) zich ook. Opgeleid en werkzaam als drukker was Werkman als kunstenaar autodidact. En laatbloeier. In een brief (d.d. 29 april 1941) aan zijn vriend August Henkels beklaagt hij zich: ‘Alles komt zoo laat bij mij.’ Maar even daarna prijst hij zichzelf wel gelukkig: ‘Het zekere weten dat ik in sommige mijner uitingen dicht bij de waarheid ben geweest, heeft mij in mijn latere leven als mensch eigenwaarde geschonken.’
Werkman begon pas in 1917 met schilderen en twee jaar later voegde hij zich bij kunstenaarsvereniging De Ploeg. Ondertussen leefde hij zich in zijn drukkerij uit op het (gebruiks)drukwerk en ontdekte hij begin jaren twintig hoe hij het drukkersgereedschap ook als instrument kon inzetten voor zijn creatieve uitingen. Werkman begon te experimenteren met de (hand)pers, de (zijkant van) de roller, stempels, sjablonen en al meer wat voorhanden was in de drukkerij. Het leverde de zogenaamde druksels op welke nationale en (postuum) internationale erkenning vonden. Een mooi voorbeeld hiervan is de Amsterdam-Castricum reeks; druksels die Werkman maakte naar aanleiding van een bezoek met Willem Sandberg aan de bunker in Castricum waar tijdens de Tweede Wereldoorlog kunst van het museum lag opgeslagen. Sandberg (conservator vanaf 1938 en van 1945 tot 1963 directeur van het Stedelijk Museum Amsterdam) was een grote motor achter de verspreiding en het succes van zijn werk.
H.N. Werkman, 1941, Amsterdam-Castricum 4, 51 x 33 cm, papier, sjablone, stempel, collectie Stedelijk Museum Amsterdam.
Maar dat was later in Werkmans leven. Eerst terug naar begin jaren twintig, om precies te zijn 1923, het jaar waarin Werkman zichzelf een duw gaf om op gang te komen en de weg van de druksels in te slaan. De mogelijkheden van het drukkersgereedschap waren ontdekt en hij wilde hiermee door. En omdat naar hij zelf zei hij toen niemand had die hem ‘aanspoorde en aan het werk zette’, deed hij het zelf maar en drukte hij het manifest Aanvang van het violette jaargetijde waarin hij nieuw werk aankondigde, namelijk het tijdschrift The Next Call. Met dit manifest committeerde hij zich en zette hij druk op zichzelf. Immers, wie schrijft die blijft en eenmaal geschreven, kan je niet meer terug. In weer een brief aan Henkels (d.d. 2 februari 1942) schreef hij dat dit pamflet hem ‘als het ware de stoot gaf: ik gaf mij zelf een stoot om op gang te komen.’ De tijd was er rijp voor, vond hij. (Klik hierboven op de foto van het manifest voor de volledige tekst.)
Bescheiden maar eigenzinnig. Zonder de traditionele middelen maar met het voorhanden gereedschap, gedreven om dat wat je voor je ziet daadwerkelijk gestalte te geven. Wat Werkman deed met de drukpers, roller en sjablonen was nieuw en leverde bijzonder werk op. Ondanks zijn huivering om zichzelf ‘Kunstenaar’ te noemen, was hij het wel degelijk. Ook bij Werkman was het kunstenaarschap kennelijk onontkoombaar en ook Werkman moest zichzelf een zetje geven om door te gaan en een nieuwe weg in te slaan.
We hebben allemaal wel eens een aansporing nodig. En bij gebrek aan iemand die ons dat geeft, zullen we het zelf moeten doen. Dus, heb je ambities? Een idee dat je tot uitvoer wilt brengen? Of raakt iets je en zie je de noodzaak tot handelen? Geef jezelf een por en doe. ‘Getuig. Spreek. Wacht niet tot na het ontbijt, uit vrees dat Uw opgewarmde koffie koud zal worden.’
***
3/14/2016 03:57:34 am
Het boek Werkman, Leven en werk is echt de moeite waard om te lezen. Een inspirerend en moedig mens was hij. Vooral de Chassidische Legenden vind ik een prachtige en ontroerende serie. Comments are closed.
|
Kunstkwesties blog. Over de meest uiteenlopende kunstkwesties.
Over musea, exposities, literatuur, onderwerpen uit de actualiteit en meer. Op de hoogte blijven?
Volg ons op social media en abonneer je gratis op dit blog via e-mail. Archives
December 2020
Categorieën
All
AuteurSaskia Hazelhoff |