Over inspiratie en artistieke voorbeelden
In de Philipsvleugel van het Rijksmuseum loopt op dit moment een kleine tentoonstelling met werk van Dick Bruna. Nijntje kennen we allemaal. Over de hele wereld kent men haar, haar beeldtaal en is zij razend populair. Maar waar komt nijntje nu vandaan?
Die vraag wordt in deze tentoonstelling beantwoord. Het gaat dan natuurlijk niet over de geografische oorsprong van nijntje, maar breder - hoe kwam nijntje in het hoofd van Dick Bruna, waar kwam het idee voor nijntje vandaan? En dán hebben we het dus over inspiratie. Wat raakt je, waar word je door beïnvloed?
Met het laten zien van inspiratiebronnen en artistieke voorbeelden wordt een kunstenaar in een kunsthistorische context geplaatst. Het geeft ons als beschouwer een completer beeld. We kunnen het beter plaatsen en we snappen daardoor soms misschien ook wel meer van wat we zien. Soms lijken verbanden gezocht maar daar ga je dan over discussiëren; dat is het mooie aan kunst.
Bij Dick Bruna. Kunstenaar zou je dat natuurlijk ook kunnen doen maar is dat niet nodig: Léger en Bruna hangen plausibel naast elkaar en hetzelfde geldt voor Bruna's boekomslag voor De laatste der rechtvaardigen en H.N. Werkmans Sabbatsgesänge. En al helemaal geen discussiepunt is het bij nijntje naast Matisse waarover Dick Bruna zelf zei:
"Ik zag Matisse en ik bedacht nijntje."
Bij Dick Bruna. Kunstenaar zou je dat natuurlijk ook kunnen doen maar is dat niet nodig: Léger en Bruna hangen plausibel naast elkaar en hetzelfde geldt voor Bruna's boekomslag voor De laatste der rechtvaardigen en H.N. Werkmans Sabbatsgesänge. En al helemaal geen discussiepunt is het bij nijntje naast Matisse waarover Dick Bruna zelf zei:
"Ik zag Matisse en ik bedacht nijntje."
Dick Bruna (1927). Omslagontwerp Francoise Xenakis. Zij zou op het eiland tegen hem zeggen, 1972. copyright Mercis bv
|