Fietsend de geschiedenis in.
Elke week fiets ik in de ochtend vanuit het zuiden, langs de Amstel de stad Amsterdam in. Ik start in de polders en trap, meanderend met de rivier mee, in een half uurtje zo de stad in. Dat tochtje is mij lief. Rustig, bijna geen gemotoriseerd verkeer, gedachten krijgen de vrije loop. Ik begin in de natuur en zie gaandeweg het landschap veranderen en de bebouwing opkomen. En elke keer weer, fiets ik op deze manier de geschiedenis in. Van de nieuwe buitenwijken naar de oude binnenstad.
Amsterdam kent een rijke geschiedenis. Niet alleen wat betreft kunst en culturele zaken maar ook wanneer het gaat om de uitbreidingen van de stad. De geschiedenis daarvan is minstens zo interessant. En of aan de stadsontwikkeling in die tijd nou een meesterplan ten grondslag lag of dat het meer een pragmatisch proces was, doet er niet zoveel toe. De grote uitleg (in 4 keer) van Amsterdam in de 17e eeuw - met de bouw van de grachtengordel - is een waar huzarenstuk. De uitbreidingen die daarop volgden overigens net zozeer. Bekijk hiernaast maar eens de computer- animatie(s) van Stadsarchief Amsterdam.
|
|
De stad Amsterdam is altijd veelvuldig bezongen. Stedenlof is iets van alle tijden. De stadsdichters zoals wij die nu kennen, waren er eeuwen geleden al. Aangesteld of zelfbenoemd. Bijvoorbeeld Daniel Willink (1676-1722), schrijver, dichter én wijnkoper. In Amstellandsche Arkadia (geschreven in 1712, postuum uitgegeven, bewerkt door G. Schoenmaker) beschrijft en bezingt hij de stad Amsterdam en haar ommeland. Het gezelschap in dit verhaal reist op een zeker moment van noord naar zuid langs de Amstel. De rivier wordt geroemd en vanaf het water én vanaf haar oevers wordt de fietstocht die ik drie eeuwen later wekelijks maak, uitgebreid beschreven.
"Ei ziet eens, vervolgde Eelhart hier op, wat een aangenaam gezicht men van hier op de stadt heeft; hoe fraai en wyduitgestrekt men langs deze herelyke weiden en lustige hoven het oog naar de stadt en elders weiden kan."
|
"Zo wandelende, zo sprekende, ja zo stichtende, zeide Eelhart, raken wy allengs over den weg. Hier hebben wij reeds het kleine Loopveldt of Kalfjeslaan, wordende deze herberg het Kalfje genoemd naar den stichter, of ten minsten eertyds den bewoner, een boer, die men Kalf noemde, en waarom ook een kalf boven de deur van dit huis geschilderd staat, zynde een aanloop of herberg voor de voetgangers. Hier naast prykt die lustige laan, of loopveldt, ter wederzyden met esschen en elzebomen beplant, waar in het gezicht geen einde vinden kan; een zeer vermakelyke wandelweg, en niet min lustig om door te ryden, het geen al by velen voor een tour of namiddags reisje genomen wordt, langs den koelen Amstel door dit uitmuntende lange loopveldt, op den Amstelveenschen weg uitkomende, en langs den zelven, die om zyne wellustige hofsteden zeer aangenaam is, door den Overtoom, weder naar de stadt te snellen."
|
De stedenlof hier op dit blog van Kunstkwesties, gaat dan nu weliswaar over Amsterdam maar zou net zo goed over elke andere stad kunnen gaan. Waar het om gaat is dat de geschiedenis, de verhalen voor het oprapen liggen. Dat schoonheid voor het oprapen ligt. Fietsend langs de Amstel. Welk een geluk.
Meer weten over de geschiedenis van Amsterdam of haar uitbreidingen? Lees bijvoorbeeld Een kleine geschiedenis van Amsterdam van Geert Mak of De grote uitleg van Amsterdam, stadsontwikkeling in de zeventiende eeuw van Jaap Evert Abrahamse. En ook leuk: Waarom is 'het laatste stukje" Amstel zo kaarsrecht? In:
http://www.volkskrant.nl/wetenschap/verhit-debat-waarom-is-een-stukje-amstel-zo-kaarsrecht~a4151684/ |
|