Wat laat je zien, waar kijk je naar?
Vorige week stond in het NRC een interessant stuk over ethiek in het museum. Aanleiding voor het artikel was de beslissing van het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden (RMO) om in de nieuwe opstelling van de Egyptische afdeling één bepaalde mummie niet terug te laten komen. Het betreft een kindermummie, een jongetje van een jaar of vijf. Ontdaan van de windselen waar mummies in werden gewikkeld. Naakt dus. Diegenen van ons die het RMO wel eens hebben bezocht, hebben deze mummie ongetwijfeld gezien. Midden in de routing. Je moest er wel langs.
Ik had daar moeite mee. Net zoals ik dat had bij andere tentoonstellingen waar menselijke resten worden getoond. Of het nu de veenlijken zijn in Assen of de tentoonstelling Bodies in Amsterdam. Het zijn lastige vraagstukken, en al helemaal voor (volkenkundige) musea met veel menselijke resten in de collectie.
Juist omdat dit moeilijke kwesties zijn, hebben alle in Nederland geregistreerde musea de Ethische Code voor Musea ondergeschreven. Deze code dient voor de musea als richtlijn bij museaal handelen. Uitgangspunt is dat er zorgvuldig en respectvol met menselijke resten moet worden omgegaan. Voor de hand liggend, zou je zeggen. Maar wel heel moeilijk om in te vullen. Want, zoals Vinckx in het NRC artikel al schrijft, dat is wél waar de schoen begint te wringen. Want je kunt je nog zo verdiepen in de geschiedenis en de achtergrond van dat wat je tentoon wilt stellen, de mummie zelf, heeft bij leven geen toestemming gegeven om eeuwen of millennia later in een vitrine te liggen en aangestaard te worden door de museumbezoeker. Ik denk ook niet dat de nabestaanden van de persoon die zij zo zorgvuldig hebben laten mummificeren en zijn lichaam een laatste, van de wereld afgezonderde rustplek hebben gegeven, dit zo hebben gewild. Dus hoe ga je daar mee om? Niet meer tentoonstellen? Of op een andere manier, met een andere presentatie?
Het RMO heeft in elk geval besloten om de kindermummie voorlopig helemaal niet meer te laten zien. Vanuit de gedachte dat een mummie een mens is en geen object. Maar waar leg je dan eigenlijk de grens? Moeten dan alle mummies het depot in of terug naar Egypte? En wat houd je dan nog over, wat heb je dan nog te laten zien? Zijn er alternatieven? En hebben die net zoveel zeggingskracht?
En ook nog, áls je onderscheid maakt en er voor kiest bepaalde mummies niet meer te tonen en andere wel, wat laat je dan meewegen? Tijdsverloop? Heel oude menselijke resten wel, nieuwere niet? Emoties? Een heel kleine, naakte, confronterende kindermummie niet en een wat minder confronterende, nog in windselen gewikkelde mummie in zijn sarcofaag wel?
Hoe langer ik er over nadenk, hoe minder eenduidig het wordt. Maar voor nu lijkt mij de beslissing van het RMO om de mummie niet terug te laten komen, een goede. Dan kan er ondertussen altijd nog worden nagedacht over een alternatieve wijze van presenteren. We komen namelijk van ver, als het gaat om het tonen van menselijke resten. En gelukkig is er zoiets als voortschrijdend inzicht, anders zouden we nog steeds El Negro in het museum aantreffen.
Nog een laatste opmerking; ik zag het pas toen ik – na het lezen van het stuk online – de papieren versie onder ogen kreeg: het stuk in de papieren krant kreeg twee volledige pagina’s. Een kwart van de ruimte werd ingenomen door tekst. De foto van de kindermummie nam de andere driekwart in gebruik. Voor een stuk dat gaat over de ethiek van het laten zien van menselijke resten en de zorgvuldigheid die daar bij komt kijken, is de meer dan paginagrote foto van de mummie opmerkelijk. Hetzelfde geldt voor de kop boven het artikel: "Wie kijkt er nog naar een dood kind?" Met daarbij de woorden "dood" en "kind" vet gedrukt. Het is een kop en een wijze van presenteren die nou net niet bij de inhoud van het stuk lijken te passen. Daar zitten ongetwijfeld en hopelijk bepaalde ideeën achter maar die zijn – mij in elk geval - niet duidelijk. Misschien maar eens in een open brief aan de hoofdredacteur vragen?
|
Een leessuggestie: El negro en ik, van Frank Westerman. Over een opgezette zwarte man die nog tot 1997 (!) in de Pyreneeën tentoongesteld stond. Wat zegt dat over zijn tijd, toen men besloot hem te prepareren en tentoon te stellen, maar ook: Wat zegt het over ons, hier en nu? |